Overzicht incidentele baten en lasten 2019 - 2022

Conform het BBV vermelden wij de overzichten 'incidentele baten en lasten' waaronder 'incidentele reserve mutaties'.

Door inzicht in de incidentele baten en lasten te geven wordt informatie gegeven die relevant is voor de beoordelen van de financiële positie van de gemeente en de meerjarenraming door de provincie in haar rol van financieel toezichthouder.

Het verschil tussen incidenteel en structureel is niet altijd even scherp te trekken. Structurele baten en lasten zijn in elk geval die baten en lasten die in beginsel jaarlijks in de begroting, meerjarenraming en jaarrekening zijn opgenomen. Structureel is in principe langer dan drie jaar.

Meerjarige tijdelijke geldstromen waarvan de eindigheid vastligt vanwege een raadsbesluit en/of toekenningsbesluit zijn incidentele baten en lasten, ook als de geldstroom (nog) langer is dan drie jaar. Toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financiering- of dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekking uit daartoe toereikende bestemmingsreserves gedurende een periode van minimaal drie jaar met als doel het dekken van structurele lasten.

In de onderstaande tabellen wordt inzicht gegeven in de incidentele lasten en baten.

Onderstaande toelichting is beperkt tot de incidentele baten en lasten > € 25.000.

Incidentele baten
De incidentele baten bestaan vooral uit onttrekkingen aan reserves waar ook incidentele uitgaven tegenover staan, zoals:

• organisatieontwikkeling Stadsbedrijf;
• aanstelling trainee;
• combinatiefunctie.

Incidentele lasten
De belangrijkste incidentele last wordt gevormd door een storting in de algemene reserve van € 0,6 miljoen. Het betreft hier een exploitatievoordeel (boekhoudkundig) dat is ontstaan door het activeren van investeringen met een maatschappelijk nut als gevolg van een wijziging in het BBV. Voormalige exploitatiebudgetten worden hierbij vervangen door kapitaallasten. In de eerste jaren levert dit een voordeel voor de begroting op met een omslagpunt na 2030. Vooralsnog wordt dit afnemende voordeel gecorrigeerd via een dotatie aan de algemene reserve.

Naast deze storting is in 2020-2022 ook sprake van een terugstorting in de algemene reserve vanwege de "voorfinanciering" organisatieontwikkeling Stadsbedrijf. De afgerond € 0,7 miljoen wordt in de komende jaren terugverdiend.

Ten slotte is er sprake van een aantal kleinere incidentele lasten:

• Citymarketing (met het opzetten van een integrale visie Citymarketing in 2019 komt de noodzaak van een extra structurele formatie hiervoor te vervallen);
• WOS Media , in een vorige begroting is al besloten tot een tijdelijke aanvulling op de jaarlijkse subsidie om de WOS is staat te stellen een professionaliseringsslag te maken, deze vervalt in 2021;
• Impuls groen , in het coalitieakkoord is een extra tijdelijke impuls voor het openbaar groen opgenomen, het gaat met name om de vervanging van verouderde beplanting en bomen waarna dit onderdeel is van het reguliere beheer;
• Traineeship , vooralsnog is alleen in de begroting van 2018 en 2019 ook rekening gehouden met een extra budget voor trainees om deze wijze van werven en werken een kans te geven. De kosten voor trainees die vanaf 2020 worden aangetrokken moeten in principe binnen de loonbudgetten van het betreffende cluster worden opgevangen;
• Personele aangelegenheid , het gaat hier om tijdelijke loonkosten boven de reguliere formatie;
• Organisatieontwikkeling , in 2017 zijn extra middelen voor de organisatieontwikkeling beschikbaar gesteld. Voor een deel komen deze ten laste van de reserve organisatieontwikkeling (zie baten), per saldo komt er in 2019 € 150.000 ten laste van het begrotingssaldo.

Het onderstaande overzicht geeft een totaalbeeld en is van belang om inzicht te krijgen of er sprake is  van het materieel sluiten van de meerjarenbegroting.

Conclusie
Voor de gemeente is het begrotingsresultaat (inclusief incidenteel) van belang, het maakt immers niet uit of de lasten en baten een structureel of incidenteel karakter hebben.

Voor de provincie is het meerjarenperspectief (exclusief incidenteel) van belang. In het kader van financieel toezicht beoordeelt de provincie namelijk of de gemeente in staat is haar structurele lasten te dekken met structurele baten.
Geconcludeerd kan worden dat de gemeente Maassluis voor alle jaren van dit meerjarenperspectief  een materieel sluitende begroting heeft.